Bij astma zijn er altijd kleine ontstekingen zijn in de longen. Je reageert op prikkels, zoals rook, uitlaatgassen, huisstofmijt of huisdieren. Hier kun je benauwd van worden of gaan hoesten. Niet iedereen reageert op dezelfde prikkels en het verschilt per persoon hoe erg astma is. Uit onderzoek blijkt dat erfelijke aanleg vaak een rol speelt.
Zodra de longen geprikkeld worden door stoffen waar je gevoelig voor bent, zwellen de slijmvliezen in neus, keel en longen op. De slijmvliezen produceren meer vocht en slijm dan anders. De spiertjes die om de luchtwegen heen zitten, raken verkrampt en trekken samen. Ze maken de luchtwegen smaller. Ademen wordt moeilijker. De longen raken overvol met lucht, die niet genoeg ververst wordt. Deze reacties samen vormen een astma-aanval. Bij een astma-aanval kunt je veel minder lucht in- of uitademen dan anders. Dit gevoel kan heel beangstigend zijn maar het is niet direct gevaarlijk.
Doorgaans wordt astma behandeld met medicatie, die de ontstekingen remt. Wij onderzoeken of er sprake is van een belasting van het immuunsysteem door een bacterie, schimmel, parasiet of virus of van een allergie en behandelen deze. Daarnaast kunnen we de longen en eventuele andere betrokken organen voorzien van extra energie, waardoor ze hun werk beter kunnen doen. Hierdoor is er meestal sprake van forse vermindering van de klachten en heb je minder of geen medicatie meer nodig.